Quiz 15 augustus 2024

Uitslag
Vraag 1/3
Huurder Jansen huurt van Woningstichting Blij Leven. Vanwege ernstige overlast wil Blij Leven de huurovereenkomst met Jansen via de rechter ontbinden.

Uiteindelijk komen Blij Leven en Jansen overeen dat Jansen een tweede kans krijgt en ze sluiten op 1 augustus 2024 een tijdelijke kans huurovereenkomst voor de periode van één jaar voor de woning.

Nu hoort Blij Leven dat dit niet mag omdat volgens de wet tijdelijke huurcontracten niet meer mogelijk zijn.

Is dit juist?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Ja, het sluiten van tijdelijke huurcontracten kan sinds inwerkingtreding van de Wet Vaste Huurcontracten per 1 juli 2024 niet meer.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Nee, het mag wel maar alleen als de rechter een eerder huurcontract met de huurder heeft beëindigd en daarna aan de huurder alsnog een tweede kans wordt gegeven.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Nee, tweedekans contracten mogen wel als het gaat om overlast en de huurder hiermee instemt.
Toelichting
Met inwerkingtreding van de Wet vaste huurcontracten per 1 juli 2024 zijn vaste huurcontracten weer de norm. Alleen met speciale door de minister aangewezen doelgroepen mogen nog tijdelijke huurcontracten worden aangeboden.

Dit staat in het Besluit specifieke groepen tijdelijke verhuur. Een van deze doelgroepen is de huurder aan wie een tweede kans is aangeboden. In een eerdere versie van het besluit was dit nog beperkt tot huurders waarvan met tussenkomst van de rechter een eerder huurcontract wegens ernstige overlast was beëindigd. In de huidige tekst is dit gewijzigd en hoeft een verhuurder niet eerst naar de rechter.

Het moet dan wel gaan om ‘‘huurders die - nadat de verhuurder te kennen heeft gegeven een gerechtelijke procedure tot ontbinding te gaan voeren - vrijwillig hebben ingestemd met beëindiging van de huurovereenkomst omdat het zeer waarschijnlijk is dat een vordering van de verhuurder tot ontruiming wegens overlast zal worden toegewezen’’
Kies een antwoord.
Vraag 2/3
Om een huurovereenkomst voor bepaalde tijd te doen eindigen, moet de verhuurder de huurder in de periode tussen drie maanden voor het einde van de huurovereenkomst en één maand voor het einde van de huurovereenkomst schriftelijk informeren over het einde van de huurovereenkomst: de zogeheten “aanzegging”.

Verhuurder Jack zegt het eind van de huurovereenkomst aan huurder Paul aan met een Whatsapp bericht. Maar mag dat?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Nee, Whatsapp is niet geldig, het moet per brief of e-mail.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Nee, de wet schrijft aangetekende brief of deurwaardersexploot voor.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Ja, Whatsapp is ook schriftelijk.
Toelichting
Volgens artikel 7:271 lid 2 BW dient de verhuurder de huurder schriftelijk te informeren over het einde van de huurovereenkomst in de periode tussen drie maanden voor het einde van de huurovereenkomst en één maand voor het einde van de huurovereenkomst. In de wet wordt niet omschreven op welke wijze dit moet. Als het maar schriftelijk verstuurd is.

Belangrijk is wel dat daarbij de ontvangsttheorie geldt: de verzender moet bewijzen dat de ontvanger het bericht heeft ontvangen. Bewijs kan in vele vormen worden geleverd. Een aangetekende brief of deurwaardersexploot is daarbij het veiligst, maar ook bijvoorbeeld de status van “gelezen” in Whatsapp kan daarvoor als bewijs dienen.

Het is echter zeer aan te raden om de aanzegging met aangetekende post (of via de deurwaarder) te versturen, dat geeft de meeste zekerheid.

Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 25 september 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:7519 (naar analogie, bij de aanzegging van het einde van ene arbeidsovereenkomst)
Kies een antwoord.
Vraag 3/3
Hoe lang mag een verhuurder van woonruimte de borg onder zich houden na het einde van de huurovereenkomst?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Niet: de borg moet met het einde van de huurovereenkomst worden overgemaakt of verrekend.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Veertien dagen, met mogelijke verlenging naar dertig dagen.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Dertig dagen, met mogelijke verlenging naar negentig dagen.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
d
Zo lang als in redelijkheid nodig is om vast te stellen hoeveel of en hoeveel borg de huurder terug moet krijgen.
Toelichting
Volgens artikel 7:261b lid 3 BW heeft de verhuurder in principe veertien dagen om de huurder de borg te restitueren. In geval van schade aan de woning of bijvoorbeeld een huurachterstand, mag de verhuurder dit verlengen naar dertig dagen.

In geval van schade heeft de verhuurder dertig dagen om aantoonbaar gemaakte kosten strekkende tot het herstel van de schade te verrekenen, waarna de borg direct gerestitueerd moet worden.
Kies een antwoord.